Over geavanceerde implementatieopties

Bij het configureren van implementatiepakketten vanuit uw Autodesk-account zijn er geavanceerde opties die u kunt selecteren om de samenstelling van het pakket te wijzigen of om het op een andere locatie dan het standaardpad te installeren.

Het installatiepad is de locatie waar de meeste applicatiebestanden zich na de installatie bevinden.  Sommige gebruikersbestanden of gedeelde bestanden kunnen in andere mappen worden opgeslagen, afhankelijk van de Windows-standaarden voor dit soort bestanden.  De standaardlocatie is C:\Program Files\Autodesk of het equivalent voor de taal van uw besturingssysteem.

Om het standaardpad te wijzigen, voert u een nieuwe maplocatie in het veld Installatiepad in.  Dit veld is verplicht en moet een geldig Windows-mappad zijn.

Met deze optie wordt de Autodesk-desktopapp geïnstalleerd wanneer deze is geselecteerd. De Autodesk-desktopapp is een desktopcomponent die wordt geïnstalleerd met op Microsoft Windows gebaseerde Autodesk-producten (2017 en later). Het levert productupdates, nieuwe releases en beveiligingspatches aan abonnees.

Deze optie is standaard uitgeschakeld voor implementatiepakketten.  Het is niet beschikbaar voor pakketten van het type Installatie; de Autodesk-desktopapp wordt automatisch geïnstalleerd.

Als u deze optie selecteert, kunt u de omvang van implementaties of installaties van meerdere producten verkleinen door dubbele bestanden in het installatieprogramma te elimineren.

Het wordt standaard geselecteerd voor installatiepakketten die op slechts één apparaat worden gebruikt. Aan de andere kant is de optie standaard uitgeschakeld voor implementatiepakketten vanwege mogelijke problemen met tools van derden, zoals SCCM. Zie Symbolische koppelingen gebruiken in aangepaste installaties en implementaties (Engels) voor meer informatie.